De winterperiode wordt gedefinieerd vanaf de periode van 1 november 2021 tot en met 31 maart 2022.
De minister kan deze periode verlengen in functie van de weersomstandigheden.
Klanten kunnen een hulpaanvraag indienen op basis van de toepassing van de tabel met toe te kennen bedrag.
De distributienetbeheerder Fluvius bezorgt het OCMW een lijst van afnemers/klanten die tussen november en maart gedurende dertig dagen niet meer hebben opgeladen.
De probleemgezinnen zullen worden gecontacteerd om na te gaan of er effectief een probleem is en of zij een minimale levering via de aardgasbudgetmeter willen aanvragen.
Er wordt steeds een sociaal onderzoek hiervoor gedaan dat de volgende elementen bevat.
De ‘minimale hoeveelheid aardgas’ wordt berekend op basis van een tabel, vastgesteld door de minister van energie.
Bij het opstellen van deze tabel werd de ‘minimale hoeveelheid aardgas’ bepaald als 60% van het gemiddelde aardgasverbruik in de wintermaanden december, januari en februari voor een bepaalde woontypologie (open of halfopen bebouwing, rijhuis/hoekhuis of appartement).
Halfmaandelijkse tussenkomsten vanaf 1 februari 2022 voor de minimale levering aardgas voor gezinnen met een aardgasbudgetmeter:
Woningtype | Niet-beschermde afnemer | Beschermde afnemer = recht op sociale maximumprijs |
appartement | 77,66 euro | 20,66 euro |
rijhuis of hoekhuis (maximum 2 open gevels) | 110,66 euro | 29,66 euro |
vrijstaand of half-open (meer dan 2 open gevels) | 132,66 euro | 34,66 euro |
Het besluit van de Vlaamse regering van 19 november 2010 met betrekking tot de invoering van een minimale levering van aardgas tijdens de winterperiode en het ministerieel besluit dat de minister van Energie afvaardigde voor de winterperiode 2021 - 2022.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de nieuwe bedragen die van toepassing zijn voor de maanden februari en maart 2022, voor het systeem van minimale levering via de aardgasbudgetmeter.