Terug
Gepubliceerd op 14/09/2022

2022_GR_00227 - 1.842.084.8 - 2.084.8 - Aanpassing rechtspositieregeling: aanpassing rouwverlof

Gemeenteraad
di 13/09/2022 - 20:00 raadzaal
Datum beslissing: di 13/09/2022 - 20:36
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Rechtspositieregeling (RPR).

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Feyaerts, voorzitter gemeenteraad; Jan Moons, burgemeester; David Geerts, schepen; Sarah Wouters, schepen; Katleen Vantyghem, schepen; Eric Verbist, schepen; Carl Verelst, schepen; Eva Van den Brande, schepen; Dirk Van Noten, schepen; Luc Vleugels, raadslid; Jan Baestaens, raadslid; Frans Poortmans, raadslid; Luc Van den Bulck, raadslid; Eddy Gorris, raadslid; Wim Van den Bruel, raadslid; Bernadette De Cat, raadslid; Kurt Vets, raadslid; Sebastiaan Marien, raadslid; Willy Anthonis, raadslid; Tamara Ceuppens, raadslid; Kelly Van Tendeloo, raadslid; Jan De Haes, raadslid; Ann Van den Meutter, raadslid; Karen Michiels, raadslid; Nathalie Heremans, raadslid; Sven Lambrechts, raadslid; Hilde Cools, raadslid; Theo Van Thielen, raadslid; Marcel Van Hoof, raadslid; Ilse Heremans, raadslid; Joachim Van der Auwera, raadslid; Eva Tolleneer, hoofdcommissaris-korpschef Politiezone Heist; Hans Welters, algemeen directeur

Verontschuldigd

Nand Blauwens, raadslid; Tim Teurfs, raadslid; Michel Van Dyck, raadslid; Thomas Van Hoof, raadslid

Secretaris

Hans Welters, algemeen directeur

Voorzitter

Patrick Feyaerts, voorzitter gemeenteraad

Stemming op het agendapunt

2022_GR_00227 - 1.842.084.8 - 2.084.8 - Aanpassing rechtspositieregeling: aanpassing rouwverlof

Aanwezig

Patrick Feyaerts, Jan Moons, David Geerts, Sarah Wouters, Katleen Vantyghem, Eric Verbist, Carl Verelst, Eva Van den Brande, Dirk Van Noten, Luc Vleugels, Jan Baestaens, Frans Poortmans, Luc Van den Bulck, Eddy Gorris, Wim Van den Bruel, Bernadette De Cat, Kurt Vets, Sebastiaan Marien, Willy Anthonis, Tamara Ceuppens, Kelly Van Tendeloo, Jan De Haes, Ann Van den Meutter, Karen Michiels, Nathalie Heremans, Sven Lambrechts, Hilde Cools, Theo Van Thielen, Marcel Van Hoof, Ilse Heremans, Joachim Van der Auwera, Eva Tolleneer, Hans Welters
Stemmen voor 31
Karen Michiels, Marcel Van Hoof, Sarah Wouters, Kelly Van Tendeloo, David Geerts, Luc Van den Bulck, Willy Anthonis, Hilde Cools, Frans Poortmans, Bernadette De Cat, Carl Verelst, Dirk Van Noten, Joachim Van der Auwera, Tamara Ceuppens, Jan De Haes, Eva Van den Brande, Jan Moons, Katleen Vantyghem, Eric Verbist, Ilse Heremans, Jan Baestaens, Eddy Gorris, Sven Lambrechts, Sebastiaan Marien, Nathalie Heremans, Wim Van den Bruel, Kurt Vets, Luc Vleugels, Theo Van Thielen, Ann Van den Meutter, Patrick Feyaerts
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2022_GR_00227 - 1.842.084.8 - 2.084.8 - Aanpassing rechtspositieregeling: aanpassing rouwverlof 2022_GR_00227 - 1.842.084.8 - 2.084.8 - Aanpassing rechtspositieregeling: aanpassing rouwverlof

Motivering

Aanleiding en context

In de wet van 27 juni 2021 wordt het rouwverlof uitgebreid naar tien werkdagen met behoud van loon bij overlijden van een kind of samenwonende partner vanaf 25 juli 2021.

Argumentatie

De rechtspositieregeling moet in overeenstemming worden gebracht met de wet van 27 juni 2021.

De syndicale delegatie ging hiermee akkoord op 22 april 2022 en het protocol werd ondertekend.

Juridische grond

De wet van 27 juni 2021 waarin het rouwverlof wordt uitgebreid naar 10 werkdagen met behoud van loon bij overlijden van een kind of samenwonende partner vanaf 25 juli 2021

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad besluit volgend artikel te wijzigen in de rechtspositieregeling, conform de wet van 27 juni 2021 waarin het rouwverlof wordt uitgebreid naar 10 werkdagen met behoud van loon bij overlijden van een kind of samenwonende partner vanaf 25 juli 2021:

Artikel 309

Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen:

  1. huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid, zoals vermeld in de artikelen 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van het afleggen van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten: 4 werkdagen
  2. huwelijk van een kind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner: 2 werkdagen
  3. huwelijk van een bloed- of aanverwant: in de eerste graad, die geen kind is; in de tweede graad, van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner: de dag van het huwelijk
  4. bevalling van de samenwonende partner of de meeouder, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de werknemer: 10 werkdagen (op te nemen binnen de 4 maanden na de geboorte)
  5. overlijden van een (stief)ouder van het personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner: 4 werkdagen vrij op te nemen binnen 30 dagen na de dag van het overlijden
  6. overlijden van de echtgenoot/echtgenote of samenwonende partner van de werknemer of een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner of overlijden van een pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg: 10 werkdagen, waarvan 3 op te nemen binnen de 30 dagen na de dag van het overlijden en 7 dagen binnen het jaar na de dag van het overlijden
  7. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in om het even welke graad, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner: 2 werkdagen vrij op te nemen binnen 30 dagen na de dag van het overlijden
  8. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner: 1 werkdag vrij op te nemen binnen 30 dagen na de dag van het overlijden
  9. overlijden van een pleegkind waarvan de werknemer of zijn echtgenoot/echtgenote of samenwonende partner pleegouder is of was in het kader van langdurige pleegzorg: 10 werkdagen, waarvan 3 op te nemen binnen de 30 dagen na de dag van het overlijden en 7 dagen binnen het jaar na de dag van het overlijden
  10. overlijden van een pleegouder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van overlijden: 3 werkdagen vrij op te nemen binnen 30 dagen na de dag van het overlijden
  11. overlijden van  een pleegkind waarvan de werknemer of zijn echtgenoot/echtgenote of samenwonende partner pleegouder is in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: 1 werkdag vrij op te nemen binnen 30 dagen na de dag van het overlijden
  12. priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer, van de samenwonende partner, of van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer: de dag van de rooms-katholieke plechtigheid of een daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst
  13. vormsel van een kind van de werknemer of van de samenwonende partner; plechtige communie, deelname aan het feest van de vrijzinnige jeugd; deelneming aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die overeenstemt met het rooms-katholieke vormsel: de dag van de plechtigheid, of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag
  14. gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de voogdij over een minderjarige: de nodige tijd, maximaal één dag
  15. deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank: de nodige tijd.

Onder het begrip samenwonende partner valt zowel de echtgenoot als de gewone samenwonende partner waarvan het bestuur officieel (via het personeelsdossier) in kennis werd gesteld.

Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of gedeeltelijk op te nemen. 

Van zodra het personeelslid weet heeft van de gebeurtenis die aanleiding geeft tot het omstandigheidsverlof brengt hij onmiddellijk de personeelsdienst op de hoogte.

De dagen omstandigheidsverlof dienen in volledige dagen te worden opgenomen.

Het omstandigheidsverlof dient ten laatste 30 dagen na de aanleidinggevende gebeurtenis opgenomen te worden, tenzij anders bepaald in de rechtspositieregeling.

Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is in alle gevallen bezoldigd, met uitzondering van een deel van het vaderschapsverlof voor contractuele personeelsleden. Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind toegekend volgens de regels van het arbeidsrecht, in het bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30, §2, van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten en de wet van 13 april 2011, wet tot wijziging, wat betreft de meeouders, van de wetgeving inzake het geboorteverlof.