De rechtspositieregeling moet in overeenstemming worden gebracht met het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2016.
De syndicale delegatie ging hiermee op akkoord 4 februari 2022 en het protocol werd ondertekend.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2016 waar het onbetaald verlof zowel als recht en als gunstmaatregel ingeschreven werd in de twee belangrijkste rechtspositieregelingsbesluiten, zijnde het besluit van de Vlaamse Regering rechtspositieregeling gemeente van 7 december 2007 en het besluit van de Vlaamse Regering rechtspositieregeling OCMW van 12 november 2010.
De gemeenteraad besluit volgende artikels te wijzigen in de rechtspositieregeling, conform het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2016, waar het onbetaald verlof als recht en als gunstmaatregel ingeschreven werd in de twee belangrijkste rechtspositieregelingsbesluiten, namelijk het besluit van de Vlaamse Regering rechtspositieregeling gemeente van 7 december 2007 en het besluit van de Vlaamse Regering rechtspositieregeling OCMW van 12 november 2010.
Hoofdstuk 1: Onbetaald verlof als gunstmaatregel
Artikel 305:
Het hoofd van het personeel kan aan het personeelslid onbetaald verlof toestaan om de prestaties volledig of gedeeltelijk te onderbreken, als de goede werking van de dienst dat toelaat. Het verlof, vermeld in het eerste lid, kan worden toegestaan voor:
Artikel 306:
§ 1. Het onbetaald gunstverlof is niet gelijkgesteld met dienstactiviteit, tenzij het minder dan een maand bedraagt of deeltijds verlof betreft. Verlof wegens arbeidsongeschiktheid, met uitzondering van de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, maakt geen einde aan het toegekende onbetaald gunstverlof. Als een feestdag op een dag onbetaald gunstverlof valt, wordt die feestdag niet vervangen.
Artikel 306 bis:
§1. Het personeelslid dat een beroep wil doen op het onbetaald verlof als gunstmaatregel bespreekt dit op voorhand met de leidinggevende en vraagt dit minstens 3 maanden op voorhand aan. Als de dienstnoodwendigheden (beoordeeld door de leidinggevende) het toelaten, kan van deze termijnen worden afgeweken.
Het hoofd van het personeel beslist op advies van de leidinggevende over de aanvraag en kan:
§2. Bij weigering kan het personeelslid bezwaar indienen bij het schepencollege voor de gemeente en bij het vast bureau voor het OCMW. Het personeelslid kan verzoeken om in dit verband gehoord te worden.
§3. Het personeelslid dat onbetaald verlof als gunstmaatregel heeft verkregen, kan enkel in onderling akkoord met de leidinggevende vervroegd terugkeren. Het hoofd van het personeel beoordeelt op advies van de leidinggevende de gegrondheid van vervroegde terugkering en neemt de beslissing.
Artikel 306 ter:
Het personeelslid dat voor 1 maart 2022 een onbetaald verlof aanvroeg, behoudt dit verlof aan dezelfde voorwaarden en gedurende de periode dat het verlof werd toegestaan.
Hoofdstuk 2: Onbetaald verlof als recht
Artikel 310:
§ 1. Het personeelslid heeft het recht om tijdens de loopbaan twaalf maanden voltijds de loopbaan te onderbreken in periodes van minimaal een maand. Zodra het personeelslid 55 jaar is, verwerft het een bijkomend recht om twaalf maanden voltijds de loopbaan te onderbreken, te nemen in periodes van minimaal een maand.
Het personeelslid heeft het recht om tijdens de loopbaan gedurende zestig maanden de prestaties te verminderen tot 80% of tot 50% van een voltijdse betrekking. Dat deeltijdse onbetaalde verlof kan alleen genomen worden in periodes van minimaal drie maanden en maximaal 12 maanden. Zodra het personeelslid 55 jaar is, heeft hij altijd het recht om de prestaties te verminderen tot 80% of tot 50% van een voltijdse betrekking.
§2. In afwijking hiervan kan het personeelslid een andere verminderingsbreuk (dan 1/5e of 1/2e aanvragen tot maximaal 50% van een voltijdse tewerkstelling. De toekenning van deze afwijkende verminderingsbreuk is een gunst en wordt beoordeeld door de leidinggevende.
In afwijking hiervan kan het personeelslid dat jonger dan 55 jaar is en reeds gedurende 60 maanden zijn prestaties verminderd heeft, een bijkomende aanvraag tot verlenging van zijn verminderde prestaties indienen. Dit kan maximaal voor een periode van telkens 1 jaar. Dit is een gunstmaatregel en wordt beoordeeld door de leidinggevende of dit mogelijk is in het kader van de werking van het team.
§ 3. Als een vast aangesteld statutair personeelslid binnen de diensten van het bestuur een contractuele betrekking, een mandaat, een tijdelijke aanstelling of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is, opneemt, wordt ambtshalve onbetaald verlof toegestaan voor maximaal de duur van het mandaat, de tijdelijke aanstelling of de proeftijd.
Artikel 311:
Het verlof is gelijkgesteld met dienstactiviteit.
Het verlof wegens arbeidsongeschiktheid, met uitzondering van de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, maakt geen einde aan het toegekende onbetaalde verlof.
Als een feestdag op een dag onbetaald verlof valt, wordt die feestdag niet vervangen.
Artikel 311 bis:
§1. Volgende personeelscategorieën zijn uitgesloten van het onbetaald verlof als recht :
Het voordeel van het onbetaald verlof als recht kan aan deze uitgesloten categorieën als gunst toegekend worden voor zover de dienstnoodwendigheden dit toelaten, te beoordelen door de adjunct-algemeen directeur op advies van de leidinggevende.
Als de algemeen directeur of adjunct-algemeen directeur zelf het onbetaald verlof als recht of als gunst aanvraagt, beslist het college.
Artikel 311 ter:
§1. Het personeelslid dat een beroep wil doen op het onbetaald verlof als recht bespreekt dit op voorhand met de leidinggevende en vraagt dit minstens 3 maanden op voorhand aan. Als de dienstnoodwendigheden (beoordeeld door de leidinggevende) het toelaten, kan van deze termijnen worden afgeweken.
Het hoofd van het personeel beslist op advies van de leidinggevende over de aanvraag en kan:
§2. Bij weigering kan het personeelslid bezwaar indienen bij het schepencollege voor de gemeente en bij het vast bureau voor het OCMW. Het personeelslid kan verzoeken om in dit verband gehoord te worden.
§3. Het personeelslid dat onbetaald verlof als recht heeft verkregen kan enkel in onderling akkoord met de leidinggevenden vervroegd terugkeren. Het hoofd van het personeel beoordeelt op advies van de leidinggevende de gegrondheid van vervroegde terugkering en neemt de beslissing.
Artikel 311 quater:
Het personeelslid dat voor 1 maart 2022 een verlof voor deeltijdse prestaties of een onbetaald verlof aanvroeg, behoudt dit verlof aan dezelfde voorwaarden en gedurende de periode dat het verlof werd toegestaan.De gemeenteraad besluit de aanpassingen te laten ingaan vanaf 1 maart 2022.