Decretale basis voor het bepalen van gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen
De gemeente heeft sinds 1 februari 2021, met de inwerkingtreding van artikel 29 quater van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (de wegverkeerswet), de mogelijkheid om de beperkte snelheidsovertredingen op de plaatsen waar de snelheid is gelimiteerd tot 30 of 50 km per uur via de gemeentelijke administratieve sancties te bestraffen. Wanneer deze overtredingen voldoen aan de voorwaarden om via de gemeentelijke administratieve sancties te worden bestraft, heeft dit de depenalisering ervan tot gevolg en is het openbaar ministerie niet meer bevoegd om deze snelheidsovertredingen strafrechtelijk af te handelen.
De mogelijkheid voor de gemeenteraad om administratieve geldboetes te bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen en de daaraan gekoppelde depenalisering wordt wel aan voorwaarden gekoppeld. Zo kan de gemeenteraad alleen administratieve geldboetes bepalen voor het overschrijden van de toegelaten maximumsnelheid indien cumulatief voldaan is aan de volgende voorwaarden:
Indien niet aan bovenstaande voorwaarden voldaan is, kan de sanctionerend ambtenaar niet optreden ten aanzien van de vastgestelde snelheidsovertredingen en blijft de strafrechtelijke procedure van toepassing. Wanneer de sanctionerend ambtenaar tijdens de procedure vaststelt dat deze voorwaarden om een administratieve geldboete op te leggen niet vervuld zijn (bv. omdat dit pas duidelijk wordt tijdens het ingediende verweer) moet hij de vaststeller van de overtreding (zijnde de lokale politie) daarvan op de hoogte brengen, zodat de strafrechtelijke procedure kan worden gevolgd.
Vaste bedragen
Omdat gemeenten niet verplicht zijn om administratieve geldboetes te bepalen voor snelheidsovertredingen waarbij voldaan is aan de hierboven opgesomde voorwaarden, is het mogelijk dat een gelijkaardige overtreding in de ene gemeente wordt gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve geldboete en in de naburige gemeente gerechtelijk wordt afgehandeld. Om geen ongerechtvaardigde ongelijkheid tussen weggebruikers te laten ontstaan, heeft de decreetgever voorzien dat de bedragen van de gemeentelijke administratieve geldboetes moeten overeenstemmen met de bedragen zoals vastgelegd door de Vlaamse regering ter uitvoering van artikel 65, § 1, tweede lid van de wegverkeerswet. Deze bedragen worden vatgelegd in artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer. Noch de gemeenteraad, noch de sanctionerend ambtenaar kan van deze vastgelegde bedragen afwijken.
Concreet betekent dit dat de gemeentelijke administratieve geldboete voor de beperkte snelheidsovertredingen 53 euro bedraagt voor de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid. Binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf en erf wordt boven de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid de som van 53 euro met telkens 11 euro vermeerderd voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximumsnelheid wordt overschreden. In alle andere gevallen wordt boven de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid de som van 53 euro vermeerderd met telkens 6 euro voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximumsnelheid wordt overschreden.
Specifieke administratieve procedure
Tot slot wordt in artikel 29quater van de wegverkeerswet ook een nieuwe specifieke procedure ingevoerd voor de gemeentelijke administratieve afhandeling van de beperkte snelheidsovertredingen. Deze procedure wijkt af van de reeds bestaande GAS-procedures die geënt zijn op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Dit betekent dat naast de huidige procedures voor de afhandeling van zuivere overlastinbreuken (GAS 1), de afhandeling van gemengde inbreuken (GAS 2 en 3), de afhandeling van inbreuken inzake stilstaan, parkeren en autoluw (GAS 4) er nu een vierde procedure (GAS 5) wordt toegevoegd met volgende krachtlijnen:
In geval van schriftelijk ingediend verweer, moet de sanctionerend ambtenaar binnen de 30 dagen na de dag van ontvangst van het ingediende verweer een beslissing nemen omtrent de ontvankelijkheid en gegrondheid van het verweer. Hij dient deze beslissing ter kennis te brengen van de overtreder binnen diezelfde termijn. Als de sanctionerend ambtenaar binnen dertig dagen na de dag waarop hij de verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, deze niet onontvankelijk of niet ongegrond verklaart, worden die verweermiddelen geacht aanvaard te zijn.
De reeds aangestelde sanctionerende ambtenaren - reeds verantwoordelijk voor de behandeling van de dossiers GAS 1, 2, 3 en 4 - aangevuld met de noodzakelijke versterking van bijkomende collega’s zullen samen met administratieve medewerkers instaan voor de verwerking en afhandeling van de GAS 5-dossiers. Zo zorgen ze onder meer voor de kennisgeving van de beslissing aan de overtreder, het beoordelen van het eventuele verweer en het nemen van een beslissing naar aanleiding van het verweer.
Onaangepaste snelheid is een belangrijke oorzaak van verkeersonveiligheid en is een van de hoofdoorzaken van (dodelijke) verkeersongevallen.
De strafrechtelijke afhandeling van beperkte snelheidsovertredingen is wegens capaciteitsredenen voor het parket echter geen prioriteit. Dit blijkt ook uit het recente ontwerp van visienota 'Handhaving snelheidsovertredingen' van de sectie verkeer van het Parket Antwerpen, waarin wordt onderstreept dat de verwerking van de instroom van dossiers snelheidsovertredingen de laatste vijf jaar telkens zijn limiet kende en een verhoging van de instroom dus moet worden vermeden. Om dit mogelijk te maken stelt het parket in het ontwerp van visietekst over het handhavingsbeleid van snelheidsovertredingen door het parket Antwerpen onder meer dat:
Maximaal gebruik maken van de mogelijkheid om bepaalde snelheidsovertredingen op plaatsen waar de snelheid beperkt is tot 30 of 50 km per uur te sanctioneren met gemeentelijke administratieve geldboetes, laat het gemeentebestuur toe om het handhavingsluik van deze overtredingen in eigen handen en beheer te nemen.
Handhaving is bovendien ook één van de belangrijke factoren om te werken aan de noodzakelijke gedragsverandering van elke weggebruiker nodig om de doelstelling van de Staten-Generaal Verkeersveiligheid 2015 te bereiken.
GAS 5 biedt bijgevolg de mogelijkheid om extra in te zetten op een allesomvattend verkeersveiligheidsbeleid op plaatsen waar de snelheid beperkt is tot 30 en 50 km per uur en om het mobiliteitsbeleid erop af te stemmen, met als absolute doel de veiligheid en leefbaarheid te vergroten. De nieuwe (boete)inkomsten zullen op hun beurt rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen bijdragen aan nieuwe structurele investeringen in mobiliteits-, veiligheids- of algemeen beleid.
Deze keuze impliceert evenwel dat deze beperkte snelheidsovertredingen niet langer strafrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd. Om straffeloosheid te vermijden, werden voor de eigenlijke implementatie van deze gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen de afgelopen maanden dan ook de nodige voorbereidingen getroffen.
Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, artikel 29 quater
Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 135, §2
De gemeenteraad besluit het bijgevoegde reglement goed te keuren betreffende de beperkte snelheidsovertredingen.
De bijzondere bestuurlijke politieverordening zal in werking treden op de vijfde dag na de bekendmaking ervan op de gemeentelijke webtoepassing.
Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de korpschef van de politiezone, de sanctionerend ambtenaar, de griffie van de politierechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen en de procureur des Konings.