In de huidige procedure 'moederschapsbescherming' is er sprake van lactatieverlof.
Dit lactatieverlof is destijds ingevoerd om medewerkers met een werkverwijdering voorafgaand aan de bevallingsrust, een even lange periode van bevallingsrust te geven, als medewerkers zonder werkverwijdering (minimaal 1 week prenataal verlof en maximaal 14 weken postnataal verlof).
Door een wijziging in de reglementering rond werkverwijdering, zijn medewerkers in werkverwijdering hun 6 weken prenataal verlof op dit ogenblik niet meer kwijt.
Door het nog steeds bestaan van het lactatieverlof hebben medewerkers met werkverwijdering nu 1 week meer postnataal verlof dan medewerkers zonder werkverwijdering. Dit was niet de bedoeling van het ingevoerde lactatieverlof destijds.
Door de afschaffing van het lactatieverlof zullen medewerkers met en zonder werkverwijdering terug evenveel postnataal verlof hebben.
Deze regeling staat los van de wettelijke regeling rond lactatieverlof (borstvoedingsverlof) dat wel van toepassing blijft.
De ‘procedure moederschapsbescherming’, zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 25 oktober 2012.
Team Personeel en Organisatie wordt gelast met de aanpassing van de procedure en de communicatie binnen de organisatie.